Daar sta ik dan, ik heb mij net gedoucht en loop over de koude vloer naar de andere kant van de badkamer. Daar staat die, de weegschaal. Soms mijn vriend, soms mijn vijand. Ik zet eerst één voet op het koude apparaat. Het schermpje springt aan. Nu zet ik mijn andere voet er ook op. Wil ik wel weten hoeveel ik weeg? “Ik kan er nog afstappen” spookt er door mijn hoofd. Nee, ik wacht het af…
Of je nu in behandeling zit of niet (meer), soms wordt er van je verwacht dat jij je weegt. Bijvoorbeeld vanuit de behandelaar omdat die wil weten hoe het ervoor staat met je gezondheid, van je familie omdat zij graag willen dat het goed met je gaat en je lichaam gezond is of van jezelf omdat je benieuwd bent of je al bent aangekomen of afgevallen of omdat je controle wilt houden op je gewicht.
vriend…
Die laatste twee redenen lijken op elkaar, maar ik bedoel er iets anders mee. Benieuwd zijn of je bent aangekomen of afgevallen is niet verkeerd. Je hebt misschien ouders die regelmatig op de weegschaal staan of een broer die na het sporten kijkt of hij zwaarder is geworden (grotere spierballen heeft gekregen). Een weegschaal is ervoor bedoeld om je te wegen. Als jij jezelf weegt omdat je controle wilt houden op je gewicht, en het een obsessie wordt, dan is het niet meer zo onschuldig.
Het kan zijn dat je het liefst 3x per dag op de weegschaal staat om in de gaten te houden wat elke snack, drankje of maaltijd met jouw lichaam en dus jouw gewicht doet. Meestal weeg je ’s ochtends iets minder dan ’s avonds. Dat kan komen doordat een deel van wat je hebt gegeten en gedronken nog in je maag zit, omdat dit nog niet is verwerkt. Het betekent niet dat dit gewicht direct aan je lijf zit. Je komt niet ineens 10 kg in een dag aan, ook niet op een verjaardag waarop je een keer iets meer eet dan anders. Probeer je lichaam hierin te vertrouwen.
of vijand
Ook kan het zijn dat je de weegschaal het liefst vermijdt. Het kan best spannend zijn om op de weegschaal te gaan staan. Zeker als je een bepaald doel voor ogen hebt. Je wilt bijvoorbeeld aankomen, afvallen of op gewicht blijven en je weet niet zeker of dit wel lukt. Op het moment dat je op de weegschaal gaat staan, dan kom je te weten of je dat doel wel of niet hebt behaald.
Zoals ik eerder schreef, is een weegschaal bedoeld om je te wegen. Je weegt jezelf en het schermpje laat zien hoeveel je op dát moment weegt. Het lijkt heel simpel en heel feitelijk, maar het getal op de weegschaal kan emotioneel gezien ook wat met je doen. Zo kan het zorgen voor een slecht humeur of een onzeker gevoel. Ook kan het vragen oproepen, zoals: ‘heb ik mezelf en mijn lichaam wel onder controle’ of ‘vinden anderen mij nog wel mooi en leuk als ik meer of minder weeg?’.
Je kunt af en toe wat variëren in gewicht en dat is normaal. Probeer om niet op basis van die kleine veranderingen je gedrag aan te passen, maar om meer op lange termijn te kijken wat een bepaalde leefstijl met jou en je lichaam doet. Stel jezelf eens de volgende vragen: Wanneer kun je veranderingen in jouw gewicht verwachten? Zijn de gedachten die je over die veranderingen hebt ook de werkelijkheid of niet?
herkenbaar
Ook ik moest mij wekelijks wegen tijdens therapie. Dat vond ik elke week toch best spannend! Had ik wel of niet mijn doel behaald? Wat vond ik er eigenlijk van als ik mijn doel behaalde? Ik wilde graag beter worden en daarnaast aankomen.
Als het getal iets hoger was dan de week daarvoor, dan was ik aan de ene kant blij, want ik had mijn doel behaald. Aan de andere kant schrok ik soms ook van. Ik dacht dan: “Oké, zo is het dus om aan te komen…” .
Als ik een keer niet was aangekomen, dan maakte me dat verdrietig. Ik twijfelde aan mezelf en vroeg me af of ik wel genoeg mijn best had gedaan. Wat mij hielp tijdens de weeg-sessies, was dat ik zelf mocht bepalen of ik mij direct wilde wegen of aan het eind van het gesprek. Daarnaast mocht ik kiezen of ik wel of niet wilde zien wat er op het schermpje stond. Ik vond het fijn om die keuzes te mogen maken, het voelde hierdoor minder als een verplichting, maar meer als een wekelijkse check-up of het lichamelijk goed met mij ging. Daarna besprak ik met de therapeut of met mijn ouders wat het met mij deed. Vond ik het oké of beïnvloedde het getal bijvoorbeeld mijn humeur?
Ja, het getal op de weegschaal deed iets met mijn zelfvertrouwen en soms ook met mijn humeur. Ik was bang om de controle los te laten. Daarnaast was ik ook bang wat anderen ervan zouden vinden als ik was aangekomen of afgevallen. Hierdoor kon ik soms chagrijnig worden of mezelf gaan terugtrekken. Het interessante was, dat anderen het vaak helemaal niet doorhadden als ik was aangekomen, omdat het in heel kleine stapjes ging. Daarnaast was het enige wat de mensen om mij heen belangrijk vonden dat het goed met mij ging, dat ik weer gezond werd. Die zogenaamde “controle” was ik niet aan het verliezen, omdat mijn lichaam mij niet ineens 10Kg liet aankomen!
Nu, heel wat jaar later, heb ik wel een weegschaal in huis, maar sta ik er nauwelijks op. Ik vertrouw op mijn lichaam. Soms ben ik iets lichter en een tijd later misschien iets zwaarder. Dit kan te maken hebben met wat ik heb gegeten, hoeveel ik beweeg of hoe ik in mijn vel zit. Ja, ook mijn broek zit soms iets strakker dan andere dagen, maar hier kan ik mij inmiddels bij neerleggen. Ik geef liever mijn aandacht aan iets anders, iets belangrijkers of leukers! Doordat ik dit nu kan, beïnvloed de weegschaal nu niet langer mijn humeur.
Zit jij weleens in over je gewicht of je lichaam? Beïnvloed dit jouw humeur of zelfvertrouwen? Bekijk ook eens deze blog, die eerder over dit thema werd geschreven. Kijk dan ook eens op ons forum of chat met een deskundige en stel daar de vragen die je hebt.