Hoeveel heb jij opgeschept?

Ontbijt zij wel? Heeft ze nu twee of drie boterhammen mee in de pauze en wat zit erop? Hij heeft een mueslireep mee als tussendoortje. Oh, ook nog een peer. Wat heb ik ook alweer mee als tussendoortje? Vanavond eten we pannenkoeken, hoeveel pannenkoeken eet jij altijd en wat doe je er dan op?

Als je een eetprobleem hebt, dan komt dit je misschien bekend voor. Naast dat je nadenkt over jouw eetgedrag en eetpatroon, let je ook meer op hoe, wat en wanneer anderen eten. Eerder kon je de blog ‘Samen met anderen eten’ lezen. Hierin werd al beschreven hoe het kan zijn om met anderen te eten. Soms is dat fijn, omdat je steun kan hebben van je tafelgenoten als je samen met hen eet. Het kan zorgen voor afleiding. Voor de ander is het minder fijn om gezamenlijk te eten. Dit kan zijn omdat je misschien bang bent dat anderen erg op jou letten tijdens het eten of omdat de rest misschien meer of minder opschept dan jij en jij je hier onprettig bij voelt.

Op anderen letten, waarom?

Er kunnen verschillende redenen zijn waarom je op anderen let tijdens het eten. Als je een eetprobleem hebt, dan ben je waarschijnlijk veel bezig met eten; wel eten of niet eten, wat voor eten, wanneer te eten…? Die wirwar aan gedachten in je hoofd kan ontzettend ingewikkeld zijn. Naast dat het erg verwarrend is, kan het ook voor onzekerheid zorgen. Want wat is nu ook alweer een ‘normaal’ eetpatroon en een ‘normale’ hoeveelheid? ‘Ik hoor anderen nooit over eten praten en mijn hoofd loopt over van de gedachten over eten. Eten anderen eigenlijk wel…?’

Soms geeft het steun om anderen te zien eten. Je ziet dat mensen die in jouw ogen ‘normaal’ zijn, gewoon aan het eten zijn. Het kan je bevestiging geven dat eten oké is en dat wat er gegeten wordt ook oké is. Misschien twijfel je (of jouw eetprobleem) nog over de hoeveelheid voedsel op je bord. Als je ziet dat je zus/vriend/opa nog net iets meer eet, dan kan dit rust geven. Voor jezelf, omdat je ziet dat een normaal eetpatroon kan variëren in hoeveelheid, en voor je eetprobleem, omdat je misschien laat zien dat je nog een beetje controle hebt op wat je eet. Je hebt wel hetzelfde voedsel als de ander, maar je eet hier iets minder van. Je hebt jouw eetprobleem laten zien dat je je ‘netjes’ inhoud.

Wat vinden anderen daarvan?

Ik weet nog goed dat mijn ouders zich heel bewust waren van het feit dat ik hen in de gaten hield op het gebied van eten. Als we samen aan tafel zaten kon ik bepaalde opmerkingen ook niet goed voor me houden, zoals: ‘pap heb je wel genoeg gehad?’ of ‘volgens mij heb ik nog meer dan jij opgeschept mam’. Hoewel de vragen of opmerkingen over hen leken te gaan, was het eigenlijk een reflectie van mijn eigen onzekerheid.

Op een gegeven moment gedroeg ik mij als een soort ‘expert’ op het gebied van eten. Ik moest aankomen en dus een ‘normale’ tot grote portie eten opscheppen. Als een andere tafelgenoot niet zo’n trek had en minder opschepte dan ik, dan vond ik dat ingewikkeld. Mijn eetprobleem kwam dan vaak naar boven en bedacht zich dat ik daar wat van moest vinden én zeggen. Ik zei dan bijvoorbeeld: ‘Het is belangrijk om voldoende te eten ‘s avonds, dan heb je de rest van de avond ook niet zo’n trek’ of ‘Voel je je wel goed? Avondeten is gezond’. De rest van mijn familie kon eten naar hun eigen behoefte en zij zaten dan ook niet te wachten op mijn advies.

Mijn ouders, broer en zusje vonden het soms best vervelend dat ik zoveel op hen en het eten aan het letten was. Dit zorgde soms ook voor spanning onder het eten.

Er is wat tijd overheen gegaan, maar gelukkig werd het voor mij steeds makkelijker om mij niet meer bezig te houden met de hoeveelheid aardappelen of pannenkoeken van de rest. Onderstaande tips hebben mij geholpen om meer bij mezelf en mijn eigen behoefte te blijven.

Wat kan jou helpen?

  • Probeer bij jezelf te blijven, je eet voor jezelf, voor jouw lichaam. Natuurlijk is dit makkelijker gezegd dan gedaan, toch is het zo!
  • Bedenk dat je niet altijd weet wat anderen de rest van de dag hebben gedaan of gegeten. Misschien hebben zij enorme trek na een dag hard werken of hebben ze net een stuk taart op. Dit kan invloed hebben op de hoeveelheid trek die ze hebben en op hoeveel ze nog gaan eten.
  • Als je ‘gezond’ bent, niet hoeft af te vallen of aan te komen en goed naar jouw lichaam hebt leren luisteren, dan kun je eten naar behoefte. Dan kun je opscheppen hoeveel jij wilt. De ene keer iets meer, de andere keer iets minder. Dat doen jouw tafelgenoten mogelijk ook. Als je af moet vallen of aan wilt komen, dan is de hoeveelheid eten die je opschept wel van belang. Misschien heb je nu eerst net iets meer of minder brandstof nodig om je lichaam goed te kunnen laten werken.
  • Ieder lichaam is weer anders. De één is groter dan de ander en heeft daarom ook een andere hoeveelheid brandstof nodig. Als iedereen hetzelfde zou zijn, was het ook maar saai!
  • Als je een eetprobleem hebt is het misschien lastig om jouw bord met eten niet te vergelijken met die van een ander. Probeer afleiding te zoeken als je met anderen aan tafel zit. Bedenk eens waar je het over wilt hebben tijdens het eten. Een leuke film? De blooper die je vandaag meemaakte? Het kan van alles zijn!
  • Misschien helpt het jou om met jouw familie of tafelgenoten te bespreken wat in je hoofd omgaat als het gaat om gezamenlijk eten. Dit kan ervoor zorgen dat ze je beter begrijpen en ook meer begrip hebben voor de situatie aan tafel.

Probeer daarnaast ook te genieten van het samenzijn aan tafel en de klaargemaakte maaltijd (hoe moeilijk dit ook is!). Wees lief voor jezelf, genieten mag!

Let jij op wat anderen eten omdat je onzeker bent over jouw eigen eetgedrag? Kijk eens hier.Of heb je last van andere andere kopzorgen? Misschien is dan de cursus ‘door een roze bril’ iets voor jou. Loop je met andere vragen rond? Dan ben je ook welkom op ons forum of chat met een deskundige.